Omschrijving programma

Het programma 'Samen leven' omvat een breed spectrum aan maatschappelijke vraagstukken. Het heeft betrekking op samenlevingsopbouw, gezondheid, hulp en ondersteuning, maar ook op onderwijs, werk & inkomen, werkgelegenheid, sport en cultuur. Het is gericht op alle inwoners van alle leeftijden.

Hoofddoel van het programma 'Samen leven' is "Iedereen doet mee" (participatie).
Alle Houtenaren hebben een veilige plek om te leven, nemen volwaardig deel aan de maatschappij en
kunnen een zinvol bestaan leiden.

De drie subdoelen zijn (Sociale Agenda):
1. Houten is een inclusieve samenleving en heeft een sterke lokale gemeenschap.
2. In Houten is de lokale toegang tot generalistische ondersteuning, jeugdzorg en begeleiding
gericht op 1 huishouden 1 plan 1 contactpersoon (1 dossier en 1 budget).
3. Passende ondersteuning: in aansluiting op de eigen regie van een huishouden werkende
oplossingen op alle leefgebieden (zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig).

In bovenstaande grafiek worden de subdoelen schematisch weergegeven.

Het hoofddoel van de programma 'Samen leven' is gericht op een transformatieproces dat onderdeel is van een landelijke ontwikkeling waarin de verzorgingsstaat gaandeweg omgevormd wordt tot een netwerk van lokale zorgzame gemeenschappen. Het is de grootste “verbouwing” van onze verzorgingsstaat sinds de jaren 50 van de vorige eeuw.

Gemeenten hebben in het sociaal domein een veel grotere verantwoordelijkheid gekregen. De gehele jeugdhulp, de begeleiding van kwetsbare volwassenen en een groot deel van de arbeidsparticipatie zijn overgeheveld naar de gemeenten. Die grotere verantwoordelijkheid wordt ook zichtbaar, als je kijkt naar de begroting van gemeenten: had de gemeente Houten in 2014 €39 miljoen begroot voor taken binnen het brede sociale domein, in 2017 is dat opgelopen naar ruim €50 miljoen.

Houten heeft er met de vaststelling van de Sociale Agenda vanaf 2012 al vroeg voor gekozen om de vier decentralisaties in het sociaal domein in onderlinge samenhang te ontwikkelen. Terugkijkend op de recente transitie-periode, kan geconcludeerd worden dat er (ondanks alle onzekerheden en risico’s) sprake is van een relatief rustige landing, waarin de gemeente organisatorisch en financieel op orde is en de inwoners adequaat ondersteund worden. De afgelopen jaren is samen met inwoners en andere partners al veel vernieuwing gerealiseerd. Uit eerste onderzoeken blijkt dat ook inwoners tevreden zijn over de dienstverlening.

De transitie ligt weliswaar achter ons, maar de transformatie vergt nog vele jaren groei. In 2017 is daarom het Programma Sociale Kracht 2017 – 2020 vastgesteld, om de volgende fase in de transformatie goed te kunnen inrichten. Dat is ook nodig, omdat er nog veel werk te verrichten is om een sterke inclusieve gemeenschap te bouwen en te behouden.

Houten staat er relatief goed voor, maar heeft ook een aantal maatschappelijke uitdagingen. De vergrijzing manifesteert zich in een New Town als Houten als een forse demografische omslag. Het gaat erom die goede uitgangssituatie vast te houden en tegelijkertijd slim te anticiperen op de veranderingen die gaande zijn.

De uitdaging voor de gemeenten is, om een lokaal netwerk van maatschappelijke zorg en ondersteuning te ontwikkelen, waarmee inwoners op alle leefgebieden (welzijn, ondersteuning, werk, wonen, et cetera) op maat worden geholpen tegen minder kosten. Het motto daarbij is “Iedereen doet mee”: De inwoner wil niet meer (alleen) als klant aangesproken worden, maar ook als actieve inwoner.
In 2017 ontstond er niet alleen bij de gemeente, maar ook bij alle stakeholders meer ruimte om weer vooruit te kijken en met het netwerk samen verder te bouwen aan de te realiseren doelen: Het begon weer overal te borrelen. Er werden (lokaal en regionaal) onderzoeken en inventarisaties afgerond (bijvoorbeeld) naar de jeugd GGZ, naar vraag en aanbod bijzondere woonvormen, nieuwe pilots en experimenten gestart (bijvoorbeeld POH JGGZ, Houtense Werktafel, Sterke Buurten) en samen met stakeholders nieuw beleid ontwikkeld (cultuurbeleid, armoedebeleid).

Het effect van al deze inspanningen moet zijn dat de sociale kracht van een stad toeneemt (sterke inwoners en zorgzame gemeenschap). Uit de Monitor Sociale Kracht (MSK), meting 2017, blijkt dat:

  • Houten over het algemeen goed scoort als het gaat om de Sociale Kracht van inwoners;
  • Houten in hoofdlijnen ongeveer hetzelfde scoort als in voorgaande jaren. Er is sprake van drie landelijke trends die ook voor Houten gelden: een verbetering van de financiële zelfredzaamheid en de veiligheidsbeleving en een lichte toename van de mate van eenzaamheid;
  • Houtenaren zich meer inzetten voor de samenleving, maar de sociale cohesie in buurten neemt verder af. De relatief lage cijfers voor burenhulp blijven in een New Town als Houten onze onverminderde attentie vragen, ook al zien we gelukkig steeds meer positieve voorbeelden van collectieve zelfredzaamheid ontstaan. Het versterken van de collectieve zelfredzaamheid staat, gezien het bovengenoemde, hoog op de agenda.

Hoewel de participatiegraad in de monitor wordt gemeten, is er behoefte aan meer inzicht in werk- gerelateerde participatie.  

In de monitor sociale kracht wordt de indicator “sociale kracht van het collectief van burgers” bepaald door zeven componenten die betrekking hebben op enerzijds de omgeving waarin men leeft (beleving van leefbaarheid en veiligheid in een wijk of buurt en collectieve zelfredzaamheid) en anderzijds op de eigen situatie en deelname aan de maatschappij (sociaal economische status, participatie en individuele zelfredzaamheid). Hiermee kan deze indicator dienen, als (overkoepelende) effect-indicator, gerelateerd aan het hoofddoel van het programma 'Samen leven'. In de deelprogramma's komen de onderliggende (specifieke) indicatoren terug.

Effectindicator:

Doel

Omschrijving

Bron

Realisatie

Raming

Realisatie

2014

2015

2016

2017

1

Sociale Kracht.

MSK (score 1-10)

7,5

X

7,6

X

7,6

In de begroting zijn diverse prestatie indicatoren opgenomen. Onderstaand wordt schematisch weer-
gegeven welk percentage van de geplande kwalitatieve prestatie indicatoren is gerealiseerd:

Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt is 85% gerealiseerd. De belangrijkste resultaten worden hieronder nader toegelicht.

Gerealiseerde prestaties

In 2017 is veel aandacht besteed aan doorontwikkeling  van de kwaliteit van de basisdienstverlening om passende ondersteuning te kunnen bieden, in het bijzonder binnen het sociaal team. Onder de noemer “Houtense Routes” is bijvoorbeeld gewerkt aan concrete werkafspraken tussen professionals en vrijwilligers (in het bijzonder verwijzers) in de keten. Een mooi voorbeeld hiervan is de verbinding tussen formele ondersteuning (sociaal team) en informele ondersteuning (Van Houten&co, Handje Helpen). Dit heeft er mede toe geleid dat er door het sociaal team meer wordt doorverwezen naar 0de lijn. Daarbij is ook de aandacht voor mantelzorgondersteuning goed geborgd binnen de lokale infrastructuur. We zien dat ook aan het aantal mantelzorgwaarderingen.

We zien ook de eerste (voorzichtige) resultaten van de Taskforce Inhoudsgestuurde kostenbeheersing, waarin afspraken gemaakt zijn met de zes grootste aanbieders van jeugdhulp, om beter te sturen op in-, door- en uitstroom. De monitoring vanuit de RBL laat zien dat er een dalend aandeel residentiële jeugdhulp wordt ingezet.

Mede vanuit de onderzoeken door de Inspecties Jeugd zijn in 2017 maatregelen uitgevoerd om kindveiligheid goed in de nieuwe lokale infrastructuur te verankeren, gericht op de doelstelling om de veiligheidsketen voor de jeugd zo laagdrempelig als mogelijk, maar zo zwaar als nodig te organiseren. Zo zijn er afspraken in de keten over Kind en Veiligheid gemaakt en zijn binnen het onderwijs aandachtsfunctionarissen Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling benoemd.

Op het gebied van Werk & Inkomen zien we dat de economie weliswaar aantrekt en dat de gestelde indicatoren behaald worden (plaatsingen WIL, garantiebanen, SROI), maar dat het bijstandsvolume nog niet afneemt en dat extra aandacht nodig blijft voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De Houtense Werktafel beoogt juist participatie voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te verbeteren. In 2017 is de lokale netwerkvorming goed op stoom gekomen en zijn al de eerste praktische resultaten geboekt als het gaat om matching van vraag en aanbod. In 2017 zijn op het gebied van inkomensondersteuning en het armoede verschillende verbeteringen doorgevoerd (vangnetregeling, nieuwe collectieve ziektekostenverzekering Menzis, nieuw contract U-pas, samenwerking met Stichting Leergeld Houten en SUN Lekstroom, etc.). In het herijkte armoedebeleid is ook een eerste stap gezet naar een compleet kindpakket om kinderen in gezinnen met een laag inkomen te kunnen laten participeren.

Als het gaat om de doelen gericht op een gezonde leefstijl en bewegen, zijn de praktische interventies en voorzieningen in het kader van de JOGG-aanpak verder uitgebreid (bijvoorbeeld watertappunten). Ook zijn er meer mogelijkheden gekomen voor sport in de openbare ruimte. Verder heeft er een onderzoek plaatsgevonden om te bepalen welke capaciteit aan sportaccommodaties ook in de toekomst nodig is. Inclusie is in sport een belangrijk thema: de verbindingen tussen sport en de rest van het sociaal domein zijn hechter geworden.

Tenslotte is de nieuw geformuleerde cultuurvisie ook meer onderdeel geworden van de ambitie die gericht is op een inclusieve samenleving. In 2017 is ook een concrete uitvoeringskalender opgesteld om hier in de jaren 2018 en 2019 verder invulling aan te kunnen geven. Het in 2017 ingestelde jeugdcultuurfonds is in dit kader van betekenis omdat er een positief effect uitgaat van cultuurparticipatie op de ontwikkeling van kinderen. Door het jeugdcultuurfonds geven we cultuureducatie en talentontwikkeling een extra impuls.

Niet gerealiseerde prestaties

De aandacht voor de versterking van de collectieve zelfredzaamheid vraagt soms ook bijstelling van bestaande werkwijze om effectiever te kunnen zijn. Dat heeft bijvoorbeeld geleid tot een herbezinning op de werkwijze van Ons Fonds. De lichte daling in de aanvragen is aanleiding geweest om de administratieve lasten van de aanvraagprocedure te verminderen, om daarmee een drempel voor kleinere initiatieven weg te nemen om een aanvraag te doen.

Tot slot: in hoeverre hebben de gerealiseerde prestaties bijgedragen aan het doel?
Het is belangrijk om te benadrukken dat de hele informatievoorziening en ook de indicatorenset voor Samenleving nog in ontwikkeling zijn. Dat is niet alleen lokaal, maar ook landelijk het geval. Juist omdat het gaat om nieuwe ontwikkelingen, die pas recent op deze manier gemonitord worden is het onderdeel van het werk om doelen en indicatoren steeds beter uit te werken en te concretiseren. We willen werkenderwijs leren steeds beter te specificeren aan welke criteria de gewenste resultaten moeten voldoen.

We hebben daar in 2017 al de eerste stappen in gezet: De Taskforce Inhoudsgestuurde Kostenbeheersing heeft in 2017 al goed gebruik kunnen maken van de verschillende financiële rapportages om bij te kunnen sturen op risico’s en trends. In het kader van het uitvoeringsplan armoedebeleid is in 2017 bijvoorbeeld expliciet gewerkt aan een indicatorenset om beter te kunnen volgen of de gestelde doelen bereikt worden en daarop tijdig bij te kunnen sturen.

De eerste cliëntervaringsonderzoeken geven een aantal verbeterpunten mee voor de dienstverlening (bijvoorbeeld m.b.t. communicatie), maar tonen ook tevredenheid over de verleende hulp en ondersteuning. Uit de Monitor Sociale Kracht blijkt dat de sociale kracht in Houten tijdens al deze veranderingen onverminderd groot is gebleven.  

Samenvattend concluderen we uit de stand van zaken dat we goed op koers liggen, maar ook nog een flinke weg te gaan hebben om een inclusieve samenleving in Houten echt gestalte te geven.

Het programma bestaat uit de volgende deelprogramma's:

  • Toegang en Transformatie
  • Jeugd en Onderwijs
  • Wmo
  • Werk
  • Inkomen
  • Sport en Gezondheid
  • Kunst en Cultuur
Begroot € 53.773
Gerealiseerd € 52.179
Afwijking € 1.594

Deelprogramma’s

Het programma bestaat uit de volgende deelprogramma's:

  • Toegang en Transformatie
  • Jeugd en Onderwijs
  • Wmo
  • Werk
  • Inkomen
  • Sport en Gezondheid
  • Kunst en Cultuur